Drank was zijn oplossing, nu zijn probleem.
Op straat maak ik kennis met de alcohol.
Elke zondagmiddag zo tegen half zes fietst Bertje van Rijnen zwalkend en soms in de berm gerakend over de dorpsweg. De verstokte vrijgezel rijdt op een van zijn eigen moeder geweest zijnde, stokoude, diepzwarte Gazelle damesfiets.
Doordeweeks is Bertje een ervaren stratenmaker. Bertje is een zondagsdrinker.
- Weet je, zucht hij, zolang ik werk, drink ik matig, maar de weekenden zijn te lang. Op zondag is het café mijn beste vriend.
- Alcohol doet de tijd verdampen (een citaat van Adri van der Heijden).
Bertje heeft kind noch kraai en ook geen huis. Hij woont in een lege schuur bij de boerderij van een zus, met de zondagdrank als minnares. Alcohol is zijn vijand, maar hij heeft zijn vijanden lief.
Zijn ouders zijn een tiental jaren geleden overleden. Het zondagdrinken begint als hij na een merkwaardige erfenisverdeling gedwongen wordt het ouderlijk huis te verlaten. Hij zoekt vertroosting en oplossingen in het café.
Bertje is goed bevriend met de kastelein van het dorpscafé De Vink, naast de Spar winkel bij de kerk, zolang hij voldoende inneemt. Hij begint de zondag steevast in café Tinuske, dat vernoemd is naar de kastelein die tijdens het werk het keldergat achter de bar in stapte en zo jammerlijk aan zijn einde kwam.
Bertje vervolgt later in de namiddag zijn inname in Arie van de Heuvels witte café naast de Vivo winkel bij de oude toren.
Bij ons thuis is de alcohol zwaar taboe.
- Nee, jongens, zegt mijn vader steeds.
Alleen bij bruiloften en communiefeesten is een drankje toegestaan, maar dan moet je zestien en van het mannelijk geslacht zijn.
Voor meisjes is drank een verboden vrucht. De ooms wordt zuinig een citroenjenevertje met suiker geschonken en de tantes lepelen een enkel advocaatje uit. Mijn oudere broers krijgen twee, hooguit twéé, flesjes Dommelsch.!.
Mijn vader drinkt zelf met moeite één biertje als het meer dan snikheet is.
- Geef mij maar zoet, donkerbruin Grolsch, zegt hij dan, ik heb last van mijn maag.
Door Bertje leer ik op straat van de gevaren van alcohol. Het plezier ervaar ik later in het café, goed voorbeeld beperkt gevolgd.
