De vrijheid, de tijd en het gladde paradijs.
- Zullen we gaan schaatsen? De grenenhouten schaatsen met ijzers, een krul aan de voorkant en bovenop een paar stukjes leer met gaatjes liggen klaar. Het onderbinden is met bijna bevroren, verkleumde vingers vaak een hels karwei, elk jaar weer. - Zullen we gaan schaatsen? Dit jaar is het anders… Ik behoor nu tot het echte schaatsgilde: vaste schaatsen onder schoenen. Mijn nieuwe schaatsen heeft Oom Henry, onze schoenmaker en broer van mijn vader, stevig onder een paar oude zwarte soldatenkistjes geschroefd. Daarna heeft hij de schaatsen kundig geslepen.
- Wat rijdt het lekker, schreeuw ik tegen de ijzige wind in.
Elk vrij moment snel ik naar 'De Wiel' - een door een dijkdoorbraak ontstane kolk - om daar te schaatsen.
De schaatskoorts heerst, ijsvrij gloort. Op deze zondag hoef ik 's middags niet naar de kerk! IJspret overstijgt geloof, hoe bijzonder kan het zijn.!. - Zullen we gaan schaatsen? Wij rijden op oude kunstschaatsen, maar door de groeiende welvaart in deze zestiger jaren worden ijshockeyschaatsen steeds populairder.
Veel ouderen kunnen nog prachtig ijsdansen op hun eigen kunstschaatsen. Mannen op zwarte en vrouwen op witte kunstschaatsen, zij vinden de hemel op het ijs: zie ze zwieren, pirouetten draaien en sprongetjes maken. Wij - de jeugd - doen niet meer aan kunstschaatsen. Door afwezigheid aan riviertjes en kanalen in dit land van Maas en Waal - of preciezer: het Rijk van Nijmegen - zijn toertochten geen optie. Een sprintje trekken, ja dat doen we nog wel eens. IJshockey wordt onze passie. Wij maken thuis in de herfst al een ijshockeystick. Geen wilgenhout, dat is te slap. Liever eik, es of beuk. Vruchtbomenhout mag ook: met name schaars kastanjehout is goed want taai en het heeft kracht.
Met Adolf (what’s in a name…) Meinderts oefen ik al voor de winter op het land. Als er eindelijk ijs is, zijn wij voorbereid. Op het ijs gaat het er ruig aan toe en vooral de adolescente jonge kerels zijn bepaald niet zachtzinnig. Wij blijven graag uit hun buurt. Liever speel ik met leeftijdgenoten, ik win vaak!
Tijdens winters met extreme strenge vorst vriest de Maas een enkele keer dicht. Dan klauteren we over allerlei schots en scheef liggend kruiend ijs naar de overkant, naar Keent. Dat komt hooguit één keer in de tien jaar voor. Dan schaatst er even niemand op 'De Wiel’.
Want wie wil er niet eens over water lopen?

Comments
* De e-mail zal niet worden gepubliceerd op de website.
I BUILT MY SITE FOR FREE USING